De inlichtingencyclus
Om op een toegankelijke manier te beschrijven hoe ze werkt, maakt een inlichtingengemeenschap vaak gebruik van het model dat ‘inlichtingencyclus’ heet.
We spreken niet voor niets over een ‘cyclus’. Terwijl tal van processen in het domein van de veiligheid eerder lineair zijn, zoals bijvoorbeeld een strafprocedure, halen de inlichtingendiensten hun kracht uit hun capaciteit om flexibel te zijn, zich aan te passen aan nieuwe dreigingen of her en der ingezamelde elementen terug in hun context te plaatsen. Zo kan het voorkomen, dat informatie die jaren voordien werd ingewonnen, bepalend is voor een lopend onderzoek.
Net zoals natuurlijke cycli zoals de cyclus van het water, bestaat de inlichtingencyclus uit verschillende stadia. Voor de inlichtingencyclus zijn dat er meestal vijf: de identificatie van de informatiebehoefte (planning), de inzameling van informatie (collecte), de behandeling van ruwe informatie (verwerken), de analyse, de verspreiding/actie.
Planning - Hoe bepalen we onze informatiebehoefte?
Op verschillende manieren. Voor een deel wordt ze bepaald door de autoriteiten. Zo definieert de Nationale Veiligheidsraad voorgezeten door de Premier, de algemene oriëntatie van de acties die de inlichtingendiensten zullen ondernemen.
De wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30 november 1998 die onze werking regelt, preciseert de dreigingen die we moeten behandelen. Maar ook de dialoog met partners uit de inlichtingengemeenschap in België of met buitenlandse partners kan onze aandacht vestigen op trends of fenomenen die verder bekeken dienen te worden.
Op basis van lopende onderzoeken kunnen eveneens we elementen identificeren die best onderzocht kunnen worden.
Zodra de informatiebehoefte is geïdentificeerd, bekijken we over welke informatie we daaromtrent reeds beschikken (op basis van de informatie die de cyclus eerst een of meerdere keren heeft doorlopen). We bekijken ook waaraan het ons nog ontbreekt om een beter begrip of een betere kennis te hebben over de materie.
Op basis daarvan beslissen we welke middelen we zullen inzetten om de gewenste informatie in te winnen. Het betreft een dynamisch proces: dagelijks zullen we met andere woorden onze noden en inlichtingen definiëren en indien nodig beslissen dat we ons moeten aanpassen.
Collecte - Hoe verzamelen we informatie?
Anders dan wat velen denken, is het niet zo dat we over de hele bevolking informatie inzamelen. Wat we inzamelen, wordt bepaald door de voorgaande stap in de inlichtingencyclus.
Om onze informatie in te zamelen, kunnen we een beroep doen op publiekelijk toegankelijke bronnen: het internet consulteren, kranten, wetenschappelijke tijdschriften, publieke databanken kan volstaan om, al dan niet in combinatie met onze eigen informatie, te beantwoorden aan de informatiebehoefte die er is gesteld.
Vaak doen we een beroep op discrete methodes: schaduwing, onderscheppen van telecommunicatiegegevens, menselijke bronnen, ...
Het grootste deel van onze medewerkers doet aan informatiecollecte.
Verwerken - Hoe verwerken we de informatie
Zeer vereenvoudigd voorgesteld, nemen we alle ingezamelde informatie en brengen ze onder in een inlichtingenproduct.
De werkelijkheid is echter veel complexer. De ingezamelde gegevens kunnen zeer uitgebreid zijn (tal van informaticabestanden, uren aan audio-opnames, activiteiten over verschillende jaren, …). Het kan ook dat ze moeten voorbereid worden voor verwerking (bijvoorbeeld als het gaat om gesprekken in een vreemde taal).
Niet alle gegevens zijn even betrouwbaar en moeten in hun context worden geplaatst (is de informatie afkomstig van een bron echt betrouwbaar?)
De medewerkers van de inlichtingendienst zullen deze grote hoeveelheden informatie samenvatten en in hun context plaatsen, ze omvormen tot inlichtingen zodat ze gebruikt kunnen worden.
Analyse – Hoe analyseren we inlichtingen?
Al deze ingezamelde en behandelde gegevens vormen een massa aan informatie. De analisten binnen de dienst moeten ze in hun context plaatsen, evalueren en er een afgewerkt ‘inlichtingenproduct’ van maken.
We moedigen onze analisten aan om een product te maken van hoge kwaliteit waarbij ze kritisch blijven en alternatieve scenario’s uitwerken en mogelijke ontwikkelingen bedenken, die nieuwe aandachtspunten kunnen vormen of kansen voor de nationale veiligheid.
Verspreiding – Hoe verspreiden we onze producten?
Welke acties ondernemen we? Onze producten kunnen verschillende bestemmelingen hebben. Een deel van de inlichtingen kan de gerechtelijke autoriteiten helpen om de bevolking te beschermen. Een ander deel kan dienen ter ondersteuning van de regering om bepaalde maatregelen te nemen om fenomenen aan te pakken, of ook om maatregelen aan te passen die een impact hebben op de dagelijkse veiligheid van de bevolking. Nog een ander deel kan gebruikt worden om een nieuwe informatiebehoefte te bepalen en een nieuwe cyclus op te starten.
De reactie van de ontvangers van onze producten is cruciaal voor de efficiëntie van de informatiecyclus. Toch is het nooit tijdverlies wanneer we een samenvattende nota hebben geschreven over bepaalde inlichtingen, die niet meteen tot actie leidt. Het biedt ons de gelegenheid om onze werking te verfijnen en de uitoefening van onze missies te verbeteren.
In het kader van zijn bevoegdheden kan onze dienst soms ook maatregelen nemen om de impact van een opgespoorde dreiging te verstoren of te beperken. Wanneer bijvoorbeeld een cyberaanval een bedreiging vormt voor een bedrijf of een particulier, zou onze dienst deze persoon kunnen waarschuwen. Zo kan die de nodige maatregelen treffen om zijn belangen te beschermen.
Op verschillende manieren. Voor een deel wordt ze bepaald door de autoriteiten. Zo definieert de Nationale Veiligheidsraad voorgezeten door de Premier, de algemene oriëntatie van de acties die de inlichtingendiensten zullen ondernemen.
De wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30 november 1998 die onze werking regelt, preciseert de dreigingen die we moeten behandelen. Maar ook de dialoog met partners uit de inlichtingengemeenschap in België of met buitenlandse partners kan onze aandacht vestigen op trends of fenomenen die verder bekeken dienen te worden.
Op basis van lopende onderzoeken kunnen eveneens we elementen identificeren die best onderzocht kunnen worden.
Zodra de informatiebehoefte is geïdentificeerd, bekijken we over welke informatie we daaromtrent reeds beschikken (op basis van de informatie die de cyclus eerst een of meerdere keren heeft doorlopen). We bekijken ook waaraan het ons nog ontbreekt om een beter begrip of een betere kennis te hebben over de materie.
Op basis daarvan beslissen we welke middelen we zullen inzetten om de gewenste informatie in te winnen. Het betreft een dynamisch proces: dagelijks zullen we met andere woorden onze noden en inlichtingen definiëren en indien nodig beslissen dat we ons moeten aanpassen.
Anders dan wat velen denken, is het niet zo dat we over de hele bevolking informatie inzamelen. Wat we inzamelen, wordt bepaald door de voorgaande stap in de inlichtingencyclus.
Om onze informatie in te zamelen, kunnen we een beroep doen op publiekelijk toegankelijke bronnen: het internet consulteren, kranten, wetenschappelijke tijdschriften, publieke databanken kan volstaan om, al dan niet in combinatie met onze eigen informatie, te beantwoorden aan de informatiebehoefte die er is gesteld.
Vaak doen we een beroep op discrete methodes: schaduwing, onderscheppen van telecommunicatiegegevens, menselijke bronnen, …
Het grootste deel van onze medewerkers doet aan informatiecollecte.
Zeer vereenvoudigd voorgesteld, nemen we alle ingezamelde informatie en brengen ze onder in een inlichtingenproduct.
De werkelijkheid is echter veel complexer. De ingezamelde gegevens kunnen zeer uitgebreid zijn (tal van informaticabestanden, uren aan audio-opnames, activiteiten over verschillende jaren, …). Het kan ook dat ze moeten voorbereid worden voor verwerking (bijvoorbeeld als het gaat om gesprekken in een vreemde taal).
Niet alle gegevens zijn even betrouwbaar en moeten in hun context worden geplaatst (is de informatie afkomstig van een bron echt betrouwbaar?)
De medewerkers van de inlichtingendienst zullen deze grote hoeveelheden informatie samenvatten en in hun context plaatsen, ze omvormen tot inlichtingen zodat ze gebruikt kunnen worden.
Al deze ingezamelde en behandelde gegevens vormen een massa aan informatie. De analisten binnen de dienst moeten ze in hun context plaatsen, evalueren en er een afgewerkt ‘inlichtingenproduct’ van maken.
We moedigen onze analisten aan om een product te maken van hoge kwaliteit waarbij ze kritisch blijven en alternatieve scenario’s uitwerken en mogelijke ontwikkelingen bedenken, die nieuwe aandachtspunten kunnen vormen of kansen voor de nationale veiligheid.
Welke acties ondernemen we? Onze producten kunnen verschillende bestemmelingen hebben. Een deel van de inlichtingen kan de gerechtelijke autoriteiten helpen om de bevolking te beschermen. Een ander deel kan dienen ter ondersteuning van de regering om bepaalde maatregelen te nemen om fenomenen aan te pakken, of ook om maatregelen aan te passen die een impact hebben op de dagelijkse veiligheid van de bevolking. Nog een ander deel kan gebruikt worden om een nieuwe informatiebehoefte te bepalen en een nieuwe cyclus op te starten.
De reactie van de ontvangers van onze producten is cruciaal voor de efficiëntie van de informatiecyclus. Toch is het nooit tijdverlies wanneer we een samenvattende nota hebben geschreven over bepaalde inlichtingen, die niet meteen tot actie leidt. Het biedt ons de gelegenheid om onze werking te verfijnen en de uitoefening van onze missies te verbeteren.
In het kader van zijn bevoegdheden kan onze dienst soms ook maatregelen nemen om de impact van een opgespoorde dreiging te verstoren of te beperken. Wanneer bijvoorbeeld een cyberaanval een bedreiging vormt voor een bedrijf of een particulier, zou onze dienst deze persoon kunnen waarschuwen. Zo kan die de nodige maatregelen treffen om zijn belangen te beschermen.